Column Kris Van Dijck 24 juli 2022

Op 24 juli 2022

Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…

Too late and too little

Eergisteren gaven de Eerste minister en zijn minister van Energie een opmerkelijk interview over het akkoord dat ze sloten met Engie Electrabel over de verlenging van twee kerncentrales: Tihange 3 en Doel 4. Opmerkelijk omdat de boodschap die men brengt niet strookt met wat Engie Electrabel zelf zegt. Van regeringszijde luidt het dat ze een princiepsakkoord hebben. Naarstig overgenomen door de zogenaamde kwaliteitsmedia. Bij de elektriciteitsproducent gaat het om een niet bindende intentieverklaring waarbij er over een princiepsakkoord zal kunnen onderhandeld worden. Tussen beiden gaapt toch wel een opmerkelijke kloof. Eén van de twee spreekt dus niet de volledige waarheid. Ik ben geneigd meer geloof te hechten aan de laatste…

 

Los daarvan zijn er nog een resem bedenkingen te formuleren. Het onheil start immers in 2003 als de paars-groene regering van Verhofstadt I mordicus de kernuitstap wil realiseren via een wet op de kernuitstap. Niet alleen de stopzetting van de bestaande kerncentrales, maar ook het verbod op het bouwen van nieuwe reactoren om elektriciteit te produceren werden de dogma’s. Dé trofee van en voor Groen en Ecolo voor hun regeringsdeelname. De wet is ook ondertekend door twee Ecolo eminenties: Isabelle Durant en Olivier Deleuze. Een paar maanden later haalde Groen de kiesdrempel niet meer en de partij werd uit het Belgisch parlement gekegeld. De Vlaamse kiezer was toen al duidelijk terwijl de traditionele partijen het nog niet begrepen.

 

Aan die wet werd tweemaal gesleuteld waarbij de beslissing van 2015 inhield dat de oudste centrales, met name Doel 1 en 2 en Tihange 1 een verlenging van tien jaar kregen tot 2025. Dit impliceert dus de sluiting van Doel 3 in oktober van dit jaar, Tihange 2 volgend jaar en de andere vijf in 2025. Of anders gezegd; de helft van onze totale elektriciteitsproductie is binnen drie jaar weg. ‘Verschwunden’

 

Ook het debat over de al dan niet sluiting van onze kerncentrales maakte een opmerkelijke evolutie door. Eerst moesten ze weg omdat kernenergie te gevaarlijk is. De realiteit wijst ondertussen uit dat het bij de veiligste energiebronnen hoort en veruit het C02-vriendelijkste is.

Naadloos daarbij aansluitend was hét argument het afval waarmee men geen blijf weet. Dat beheer is onder controle, inspanningen worden geleverd om de halveringstijden te verminderen, maar bovenal zijn er wel degelijk technisch uitgewerkte oplossingen om dat afval te bergen. Echter, de antinucleaire lobby doet er ook alles aan om dat verhaal te fnuiken. A ja, welk argument zou men anders nog kunnen gebruiken tegen kernenergie?

Niet getreurd, dat vond men ook, dat laatste argument. Plots klonk het dat het te laat is om de reactoren langer open te houden. Te laat om technische aanpassingen te doen. Te laat om wettelijke beslissingen te nemen. Te laat om de veiligheid te garanderen. Enzovoort. Dat verhaal verkoopt men al meer dan een jaar om nu met uitgestreken gezicht te komen vertellen dat Doel 4 en Tihange 3 nog wel kunnen openblijven mits… Wie houdt men hier nu voor de gek? Politiek én pers?

 

Toen ik eind november vorig jaar een schare professoren en specialisten uitnodigde om hun licht te laten schijnen over de kernuitstap was er nul persbelangstelling. Nochtans waren ze allemaal uitgenodigd… en werden daar zeer wijze zaken verteld. Over die verlenging bijvoorbeeld. Het verhaal was zeer duidelijk: buiten Doel 3 en Tihange 2, de reactoren met waterstofinsluitsels in de reactorwanden, kunnen de vijf andere, voor zover er een wil is, veilig langer opengehouden worden. Voor zover er een wil is. De woorden zijn eruit. En die wil ontbreekt blijkbaar om 3.913MW aan CO2-neutrale elektriciteitsproductie operationeel te houden. Ook de optie om nieuwe te bouwen wordt niet meegenomen. Als de wet voor Doel 4 en Tihange 3 toch moet aangepast worden, lijkt mij het opnieuw toelaten van nieuwe te bouwen geen onoverkomelijk probleem. Vele landen doen het ons voor. Vandaar mijn titel: ‘too late and too little’.

 

Een ander dossier dat ook begon mis te lopen in de periode van Verhofstadt I (herinner je je de leugens rond het zilverfonds nog?) en dat naar mijn bescheiden aanvoelen ‘too late and too little’ is: de pensioenhervorming. Nu ja, voor zover je van een hervorming kan spreken. Alle partijvoorzitters, zowel van oppositie als meerderheid op die van Open VLD na, zijn het er over eens: veel te weinig. De vraag die o.a. professor Matthijs in Knack dan ook terecht stelt: “Waarom stemt men dat dan?”

Er zijn heel wat elementen die ons echt zorgen moeten baren. Vooreerst kennen wij geen systeem zoals Nederland. Daar heeft men dermate grote pensioenfondsen dat je eigen afdracht gekapitaliseerd wordt. Je betaalt nu wat je later terugkrijgt. Niet in dit land. Hier betaalt de werkende van nu aan de gepensioneerde van nu. Een repartitiestelsel. Veel gevaarlijker dan het kapitalisatiestelsel want geen buffers. Bovendien zijn er heel wat gepensioneerden die langer op pensioen zijn dan dat ze gewerkt hebben. De pensioenbijdragen alleen volstaan dus al lang niet meer. Wie betaalt dat dan bij? De algemene middelen. Algemene belastinginkomsten. Middelen die ook bij de brave burger en bedrijven gehaald worden. Middelen die eigenlijk voor andere overheidstaken zouden moeten ingezet worden. Veiligheid en justitie bijvoorbeeld. We betalen in België 58 miljard euro aan pensioenen uit. Dat is ruim vier maal de volledige onderwijsbegroting van Vlaanderen (13,8 miljard euro).

 

Alle specialisten zijn het er over eens dat deze toestand niet houdbaar blijft. Zeker als je ook ziet dat de werkzaamheidsgraad die 80% zou moeten zijn om heel ons sociaalstelsel overeind te houden bijlange na niet gehaald wordt. De Vlaming doet z’n uiterste best en zit aan 75%. Maar in Wallonië en zeker in Brussel is het nog dromen van 65%. Ook daar blijven federale maatregelen uit, zoals het stopzetten van onbeperkte werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Het land van melk en honing dreigt een land van armoede en ontbering te worden, terwijl de schuldigen daaraan niet ter verantwoording worden geroepen. Erger, zich in het buitenland mooie postjes laten aanmeten.

 

Maar, ik kan het niet nog duidelijker formuleren, er is een uitweg. Eén! We hebben nood aan een beleid op lange termijn.

Politici die, wat hun kleur of ideologie ook is, de uitdagingen onder ogen zien en gepaste maatregelen durven nemen. Het ook aan de bevolking uitleggen dat wat hervormd wordt ook noodzakelijk is.   

Middenveld en media die diezelfde overtuiging mee uitdragen. Niet kamperen op hun eigen dada’s of eigen kortzichtigheid. Niet: “What is in it for me?” Maar: “What is in it for us?”

Een samenleving die dat gemeenschappelijk belang erkent, uitdraagt en uitvoert. Zou dat niet mooi zijn? Samen aan onze weg en die van onze kinderen timmeren! Dat is samenlevingsopbouw. Fijne zondag nog.

 

Kris van Dijck

Dessel, 24 juli 2022

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is