U bent hier
De vaart verjaart
Zaterdag werd op een authentieke Kempenaar het startschot gegeven voor de vieringen De Vaart Verjaart die heel het jaar zullen plaatsvinden. Hier de tekst van Kris zijn toespraak:
Geachte genodigden,
Het kanaal Dessel-Schoten waarrond we de viering De Vaart Verjaart opbouwen is niet zo maar een Vaart.
Wie van u herinnert zich de sketch nog van Gaston en Leo? Waarbij Gaston, een automobilist met pech, Leo opbelt, zijnde een garagist-takelaar. Na heel wat poeha, Gaston en Leo eigen, weet Gaston het defect aan zijn wagen te duiden: “Ik heb water in mijne carburateur.”
(voor diegenen onder ons die weinig van auto’s kennen, dat deel van de verbrandingsmotor waar de vernevelde benzine gemengd wordt met lucht om vervolgens in de cilinders gezogen te worden waar dan de verbranding tot stand komt)
“Water in uwe carburateur?” vraagt Leo, “dat heb ik nog nooit meegemaakt. En waar staat uw auto?” Waarop Gaston laconiek, doodkalm antwoordt: “In het kanaal Dessel-Schoten…”
Beste mensen,
Als we het hebben over de betekenis van de Kempense kanalen voor de Kempen, gaat het evenwel over een ernstig verhaal. Ik zal jullie in mijn korte inleiding aantonen, dat het graven van de Vaart, waarvan we vandaag de verjaardag vieren, niet zomaar een verjaardag is, maar een mijlpaal betekende voor de welvaart en het welzijn van onze dierbare Kempen.
Ik neem jullie even heel ver terug in de tijd. Bijna duizend jaar geleden. 1055 na Christus. Ene Stephelinus van de abdij van Sint-Truiden schrijft dan het volgende:
“In bovengenoemde landstreek (nl. Taxandria) ligt Campania (Kempen), bestaande uit ver uitgestrekte vlakten, die door de hitte van de zon verschroeid zijn en helemaal ongeschikt voor enig menselijk ondernemen. De streek is vol holen en schuilplaatsen van struikrovers, die met hun verdragend en scherp zicht, over de kale vlakten, de vreemde reizigers zeer gemakkelijk in het oog krijgen”
Victor Hugo beschrijft in 1837, bijna 800 jaar na onze Stephelinus , in En Voyage, onze streek als volgt:
“Van Lier naar Turnhout verandert het landschap van aanzien; het is niet langer het vette, groene Vlaanderen; het is een zandbank, een met as bedekte moeilijke weg, schraal gras, dennenbossen, bosjes en eikenhakhout, heidevelden, hier en daar een ven, wild en streng land, een soort Sologne. Ik heb in die woestenij vier mijlen afgelegd zonder iemand anders te zien dan een trappist die aan het ontginnen was, een triest werker op een trieste akker. (...) De heide was oneindig en droog als een vlakte in Oud-Castilië; de rossige, zondoorstoofde aarde vormde hier en daar aan de horizon van die plotselinge kartelingen die aan traptreden doen denken; geen toren in de verte, nauwelijks een boom.”
De Kempen was arm, schraal en had geen of weinig economische betekenis. Niet voor niks in de tentoonstelling geduid als het Siberië van België.
We kunnen het ons nauwelijks voorstellen, maar het graven van de Kempense kanalen; het kanaal Antwerpen – Herentals – Dessel – Bocholt en zo via de Zuid-Willemsvaart naar de Maas, als het kanaal Dessel – Turnhout – Schoten, het kanaal Dessel - Kwaadmechelen en het latere Albertkanaal, betekenden meer voor de ontwikkeling van de Kempen dan wat dan ook.
Het kanaal Dessel – Schoten werd in drie fasen uitgegraven. Met de hand; schop en kruiwagen. 170 jaar geleden werd het stuk Dessel – Turnhout afgerond, nog eens twintig jaar later Turnhout – Sint-Lenaarts en 141 jaar terug het laatste stuk tot Schoten.
De Vaart bewaterde de Kempen met kalkrijk Maaswater om landbouw mogelijk te maken en zorgde voor ontsluiting wat voor een economische revolutie zorgde. Bovendien stootte men bij het graven op bodemrijkdommen die voordien nauwelijks of niet gekend waren. We denken aan de kleilagen in Beerse en Rijkevorsel met een steenbakkerij-industrie tot gevolg en wit zand hier bij ons waardoor de multinational Sibelco, momenteel een wereldspeler als het over grondstoffen gaat, het levenslicht zagen.
De sprekers die na mij komen zullen hier meer over vertellen, net als de tentoonstelling die rond deze verjaardag opgebouwd is.
Ik hou er echter aan iedereen te danken die op welke manier dan ook dit feestjaar mogelijk maken en belichamen. De 10 gemeenten, de erfgoedcellen en regionale landschappen die langs het traject actief zijn, De Scheepvaart en voor haar financiële steun de provincie Antwerpen.
Ik wens hen allen een feestrijk jaar toe. We begonnen deze week in Dessel en Retie om stoom afwaarts verder te vieren tot de lichtjes van de Schelde in het zicht komen.
Kris Van Dijck
Burgemeester Dessel