U bent hier
Bravo Rob
Sinds mijn grootmoeder een paar jaar geleden overleed komen we met onze familie langs moederskant niet langer samen op nieuwjaarsdag zelf. Opdat iedereen zich er op kan richten is de tweede zondag van het nieuwe jaar het moment van afspraak voor mijn moeder, haar zus, alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Net zoals vorig jaar viel dat samen met het Belgisch kampioenschap cyclocross. Gelukkig evolueerde de techniek zodanig dat we om het even waar de wedstrijd kunnen volgen want ook onze familie is wat dat betreft een doorsnee Vlaamse familie. Een beetje zot van cyclocross… Livestream bracht dan ook de oplossing om tussen hoofdgerecht en dessert de ontknoping te volgen van wat smalend het Belgisch kampioenschap modderzwemmen genoemd werd. En of cyclocross nu topsport is of niet, zelfs wars van de column vandaag van Hans Vandeweghe in De Morgen, het blijft honderdduizenden Vlaamse sportminaars bekoren. Of Klaas Vantornout terecht Belgisch kampioen is, de ene zegt van wel, de andere zegt van niet. Nu ja, hij kwam als eerste over de lijn. En het incident waarbij hij uitgleed, vervolgens Peeters en Van Aert hinderde en er dan als een haas vandoor ging, bepalend was, ook ik durf het te betwijfelen. Er waren toen nog 8 minuten te rijden. Maar als burgemeester van Dessel, thuisgemeente van Rob Peeters, blijf ik toch wel met een wrang gevoel zitten. Niet om het feit dat Klaas Belgisch kampioen werd, wel voor zijn denigrerende commentaar. Confronterend met de hierboven beschreven fase maakt hij er zich vanaf door te zeggen: “ik wist zelf niet wat ik deed op dat moment. Maar met alle respect voor Rob, hij is niet het grootste talent dat hier rijdt’. Hallo? Hoor ik goed? Dat is in ieder geval een ware kampioen onwaardig. Zoiets zeg je niet. Zoiets denk je zelfs niet, ook al zijn de gedachten vrij en is vrije meningsuiting dezer dagen bon mot, er is ook nog zoiets als stijl en respect. En dat respect voor Rob Peeters wil ik hier vandaag expliciet onderlijnen. We zijn fier op hem. Doe zo verder Rob.
Kris Van Dijck